De manschappen van het Belgische leger wilden midden oktober 1914 de Duitse troepen stoppen aan de IJzer. De polder tussen de linkeroever van de IJzer en de spoorwegberm Diksmuide-Nieuwpoort (De Frontzate) ligt onder zeeniveau bij vloed. Door de onderwaterzetting van deze vlakte met zeewater eind oktober 1914 moesten de Duitse troepen de ingenomen westoever van de IJzer op veel plaatsen verlaten. De IJzervlakte werd vier jaar lang een zompige zone met eilandjes te midden van een blank staand gebied.
De vele stellingen en rustplaatsen werden verbonden door loopbruggen (passerelles) over het water en verbindingsloopgraven (boyaux), die altijd een toepasselijke naam kregen. De meest gekende is de Dodengang iets verderop. Dit stiltepad volgt de toenmalige 'loopgraaf van de hoop', wellicht zo genoemd omdat men hierlangs het slagveld kon verlaten naar rustiger oorden.
Diksmuide viel in Duitse handen op 10 november 1914. Door de ligging op de frontlijn werd Kaaskerke volledig verwoest en omgebouwd tot een groot loopgravencomplex, dat er uit zag als versterkte burcht op de Frontzate. Aan de IJzer zaten de soldaten op enkele tientallen meters van de tegenstrever. De loopgraven en uit zandzakken opgebouwde muren in 'het dorp' boden wat meer beschutting en kregen ronkende namen zoals Petrograd, Brussel, Rome of Parijs. De hoger gelegen spoorwegberm tussen Kaaskerke en Nieuwpoort diende ook als waterdam, zodat de IJzervlakte verder westwaarts niet overstroomt. de ruïne midden op het Stiltepad is een overblijfsel van de hoeve Sabbe, die heropgebouwd werd na de Eerste Wereldoorlog. Beeld je hier het desolate oorlogslandschap, de angst en de ontbering in.